Activiteiten NewMob

vanaf 5 mei 2022 tot half september 2022

Waar zijn we de afgelopen maanden mee bezig geweest.

Natuurlijk met inrichten van de organisatie maar ook al met een hele rij activiteiten.

Een kleine opsomming maar niet volledig

Het bestuur van NewMob heeft drie vergaderingen gehad waarin de belangrijkste activiteiten zijn opgestart en twee veldbezoeken gedaan.

27 WOO verzoeken

Stichting NewMob wil graag inzage in de onderbouwing van overheidsbeleid en dit toetsen aan brede wetenschappelijke inzichten in combinatie met uitvoerbaarheid en realiseerbaarheid in de natuur.

Enkele voorbeelden daarvan zijn WOO verzoeken bij alle provincies (13 stuks in totaal) over de Gebied Gerichte Aanpak welke informatie daaruit naar voren komt kunnen we analyseren wat de voornemens zijn met de diverse natuurgebieden in de provincies en de voornemens om de natuur te beschermen en welke gerichte herstelwerkzaamheden de overheden daar willen gaan ondernemen.

Inmiddels hebben de provincies Zeeland, Limburg, Flevoland en Drenthe de gevraagde informatie verschaft. Deze is te vinden op de websites van deze provincies.

Ook hebben we in deze provincies en bij LNV een WOO verzoek gedaan naar de onderbouwing en de informatie die is gebruikt bij de vorming van de zogenaamde “stikstofkaart” welke minister van der Wal 10 juli heeft gepresenteerd.

Stichting NewMob is van mening dat de 25 KM afkapgrens die de overheid hanteert onvoldoende is zeker omdat Nox tot op grotere afstanden dan 25 KM vanaf de bron tot depositie kan leiden en TNO en RIVM eerder in briefings aan de Tweede Kamer aangaven geen goede onderbouwing voor deze afkapgrens te kunnen geven.

Dit zijn dus ook 13 WOO verzoeken.

Daarover zal de komende maanden weer het nodige over bekend worden en de diverse provincies en LNV zullen weer met verduidelijkende vragen komen.

Het laatste WOO verzoek is gericht aan de provincie Gelderland waar we graag alle informatie willen over de plannen die bekend zijn geworden om in de omgeving van het N2000 gebied rond Stroe 20.000 woningen te gaan bouwen. 2

Bezwaar kap historische boomlaan N831 Zaltbommel op verzoek omwonenden

NewMob heeft middels een brief bezwaar aangetekend bij de gemeente Zaltbommel tegen de kap van de bomen langs de N831 de Provinciale weg.

Deze bomen vormen een pracht stoffering van het landschap.

NewMob is benaderd door omwonenden om te helpen met een onderbouwing van een bezwaar en wij hebben dat ook gedaan.

De brief aan de gemeente Zaltbommel staat ook vermeld op onze website en Facebookpagina.

Studie NDFF data over de Draaihals en de Zwarte Specht.

Wij hebben na de toezending van data door Bij12 uit de NDFF database over de waarnemingen van de Zwarte Specht en de Draaihals op de Veluwe kunnen vaststellen dat de vogels beide voorkomen.

Wij kunnen echter geen relatie tussen waarnemingen over de afgelopen 10 jaar en de mogelijke overschrijding KDW en de berekende stikstofdepositie vinden.

Verstoring van de broedparen lijkt een grotere drukfactor dan stikstof te zijn.

Bosbodem analyse Speulderbos

Een herhaling van eerdere (2021) bodemanalyse van het Speulderbos is eind augustus gedaan.

De bodem analysen laten zeer lage stikstof zien maar ook nog relatief hoge zwavel waarden Maar ook voor een bos erg lage organische stof gehalten en vrij funest zeer lage calcium en magnesium waarden in de bodem.

Om de bosbodems voldoende in balans te brengen is het verstandig om ergens in het komende jaar buiten broedtijd van de vogels om een kalk en magnesium aan te wenden en gezien de kennis vanuit de oude bosteeltboeken zou zelf een bemesting met stikstof gewenst kunnen zijn. in het Speulderbos.

Overleg met Tweede Kamerleden

Er is overleg geweest met Kamerleden Eppink (JA21) en van Haga (BVNL) over het stikstofdossier en
beiden hebben ook vragen gesteld aan de minister voor Natuur en Stikstof.

Contact met leden provinciale staten diverse provincies.

Met diverse statenleden van verschillende provincies is overleg geweest over de onderwerpen,
kaalkap bossen, beheer heide, beheer natuurgebieden, aanleg Markerwadden en gebruik
verontreinigde baggerslib.

Contact/Overleg met Mob

Er is per mail contact geweest met Johan Vollenbroek van Mob over mogelijke samenwerking inzake
bescherming specifieke natuurgebieden . Er is geen behoefte bij Vollenbroek aan samenwerking.

Wolf in Nederland

Samenwerking Stichting Annemiek.

Wel is er samenwerking met de Stichting Annemieke op een tweetal dossiers.

Samenwerking op het dossier Wolf

Door “Wolven in Nederland” en BIJ12 wordt het plaatsen van wolvenrasters als een goede aanpak
gezien om wolvenschade te voorkomen.

De enorm nadelige effecten van dergelijk rasters op het overige wild en het doorbreken van de
foerageergebieden van bijvoorbeeld de ree en het edelhert maar ook van hazen is nooit betrokken
bij de afweging om dergelijke rasters te plaatsen.

Deze wildsoorten worden gedwongen om andere routes te nemen met kans op extra
verkeerslachtoffers en de blokkering van de vluchtroutes door deze rasters als wolven deze dieren
opjagen.

Het plaatsen van de wolvenrasters zijn dan ook niet nader onderzocht op hun effecten voor het
overige wild en zodoende een onoverdachte maatregel bedacht door wolvenliefhebbers die alleen
maar focus op welkom wolf hebben en geen oog voor de overige fauna die ook bescherming dient te
verkrijgen vanuit de Habitat richtlijn.

Samenwerking op dossier Groter Grazers Oostvaardersplassen en de vernietigende uitwerking op de vogelstand aldaar.

Stichting Annemiek zet zich al 4 jaar in voor diverse onderwerpen  van het onderzoeken en aan de kaak stellen van het dumpen van vervuild slib bij de aanleg van de Markerwadden en het dumpen van verontreinigd slib in voormalige grind winputten langs de grote rivieren tot het doodhongeren van grote grazers in de Oostvaardersplassen .

Via Annemiek is ook in beeld gekomen dat door het beheer in de Oostvaarderplassen duizenden zeldzame  en beschermde (rode lijst) vogels in de Oostvaardersplassen nagenoeg zijn verdwenen.

Het aantal Dodaars en Aalscholvers  en Roerdompenis enorm achteruitgegaan de afgelopen 15 jaar.

Dat moet anders.

 

Alle vier de afbeeldingen komen uit het monitoringsverslag van Staatsbosbeheer over de Oostvaardersplassen.

 

Alle vier de afbeeldingen komen uit het monitoringsverslag van Staatsbosbeheer over de Oostvaardersplassen.


Werkbezoeken aan twee natuurgebieden.

Vrijdag 9 september hebben we de Sallandse Heuvelrug bezocht en waargenomen dat ondanks de droogte de heide mooi in bloei staat.

Wat ook opvallend is dat er relatief veel opslag van jonge bomen was te zien (berkjes en naaldbomen) . Dat is te wijten aan onvoldoende begrazing iets wat we in steeds meer heidevelden aantreffen .

De heides in Nederland zijn ooit ontstaan door intensieve begrazing met schapen. Schaapskuddes zijn een kostenpost voor de terrein beherende organisaties en dus is daar de afgelopen 30 jaar fors op bezuinigd. Waardoor veel heidevelden weer worden wat het ooit waren namelijk bossen.

Heide vraagt om verstandig beheer met de inzet van grote schaapskuddes.

Daaraan ontbreekt het tegenwoordig veelal.

Sallandse Heuvelrug foto NewMob

newmob

Foto NewMob

Maandag 16 september bezochten we het Zwolse Bos

Daar werden we verrast door de objectieve informatie geplaatst door Staatsbosbeheer over het Heidehaantje. In dit geval een pluim voor SBB

Deskstudie Stikstof

 NewMob voorzitter Leonie Bosch Chapel heeft een aantal wetenschappelijke studies op een rij gezet die de een andere kant laten zien van minder beschikbare stikstof in onze ecosystemen en de mogelijk negatieve gevolgen daarvan voor bijvoorbeeld bossen en insecten.

  1. Mason, J. Craine, Nina K. Lany, M. Jonard, S. Ollinger, P. Groffman, R. Fulweiler, J. Angerer, Q. Read, P. Reich, P. Templer, A. Elmore. Evidence, causes, and consequences of declining nitrogen availability in terrestrial ecosystems

 

    • The researchers studied a database of leaf chemistry of hundreds of species collected from all over the world from 1980-2017 and found a global trend in decreasing nitrogen availability.
    • They found that most terrestrial ecosystems, such as forests and land that has not been treated with additional fertilizers, are becoming more oligotrophic, which means too little nutrients are available.
  • If nitrogen is less available, it has the potential to decrease the productivity of the forest.
  • Nitrogen is essential for the growth and development of plants.
  • On the forest floor, microbes break down organic matter such as fallen leaves and release nitrogen to the soil.
  • The tree gets that nitrogen to build proteins and grow.
  • As trees have access to more carbon, more and more microbes are becoming nitrogen-limited and releasing less nutrients to the trees.

 

Curtis, S. (2022). The decline in NITROGEN in could have dire consequences for nature. https://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-10719195/Decline-availability-NITROGEN-dire-consequences-plant-animal-growth.html

    • Simultaneous increases in carbon dioxide, along with other global changes, have increased the demand for nitrogen by plants and microbes.
  • In many areas of the world that are not subject to input of nitrogen from people, nitrogen availability is declining, with important consequences for plant and animal growth.
  • A new study suggests that some parts of the world are experiencing a dramatic decline in nitrogen availability.
    • Impacts of decreases in Nitrogen on Herbivores Reduction in forage quality (A and D) may result in reduced herbivore body size and/or development rate (B and E) and reproduction (C and F) because herbivore growth rates and populations are often limited by protein availability.
  • The decreasing availability of nitrogen is likely to restrict the ability of plants to remove carbon dioxide from the atmosphere.



Morris, C. D., Kirkman, K. P., & Zacharias, P. J. (2022). Will The Grass Be Greener On The Other Side of Climate Change? Cold Spring Harbor Laboratory. https://doi.org/10.1101/2022.04.22.489016

 

    • Most likely, in a drier future climate, we predict that the quality of the food will be little altered in sweetveld where soil nutrients and temperature are not limiting but that the sour valley could become sourer because soil nutrients will be inadequate to match the higher plant production promoted by the warmer and longer growing seasons.
  • The increase in atmospheric [CO2] stimulates photosynthesis and plant production, increasing the demand for nitrogen in relation to the supply of nitrogen in the soil, resulting in a decrease in nitrogen concentrations in leaves around the world.
  • The effect of such oligotrophication on the forage quality of sweet, mixed and sour grasslands in South Africa, which support livestock production and native ungulates, is unknown.

 

Govaert, S., Vangansbeke, P., Blondeel, H., De Lombaerde, E., Verheyen, K., & De Frenne, P. (2021). Responses of forest understory plants to long‐term experimental warming, light and nitrogen addition. Plant Biology, 23(6), 1051–1062. https://doi.org/10.1111/plb.13330

 

    • Climate change, eutrophication, and intensified forest management are affecting forest understorey plants, a major component of forest biodiversity.
  • The authors assessed the responses of 15 species occurring in the understorey of a deciduous temperate forest to experimental warming, light addition, and enhanced nitrogen inputs in permanent plots surveyed for 9 years.
  • Eutrophication and intensified forest management affect forest under-storey plants, a major component of forest biodiversity.
  • To a lesser extent, nitrogen addition had effects on cover and functional traits.
  • Many species showed a directional change over time, and this change can be reinforced or weakened by treatments, indicating the importance of long-term monitoring. Against expectations, they observed few interactions between treatments. Species responses to treatments were related to ecological strategies (generalists versus forest specialist). 
  • This might ultimately lead to biotic homogenization. Since the effects of light and warming treatment were additive, keeping the canopy closed will only mitigate, but not stop, the effects of global warming on the forest floor plants.
  • Since the effects of light and warming treatment were additive, keeping the canopy closed will only mitigate, but not stop, the effects of global warming on the forest floor plants.

Craine, J. M. (2020). Looking back in time to reconstruct nitrogen availability trajectories. Global Change Biology, 26(10), 5353–5355. https://doi.org/10.1111/gcb.15222

  • The prevailing paradigm for how the global nitrogen cycle has changed since the advent of industrial nitrogen fixation is one of eutrophication.
    • There has been an undercurrent of results that have questioned whether terrestrial N eutrophication is more prevalent than terrestrial oligotrophication: nutrients become more limiting over time.
    • N is not the only resource that has increased in availability.
    • Since the late 1800s, the availability of C to plants has roughly doubled relative to minimum requirements of the whole plant (Sage, 2004).
  • This additional C has the potential to directly and indirectly cause N to be more limiting to plants (Luo et al., 2004).
    • Making matters more complex, elevated CO2 increases soil water availability as plants reduce transpiration (Fatichi et al., 2016).
    • Soil N mineralization has long been known to scale linearly with soil moisture (Stanford & Epstein, 1974), which could link elevated CO2 to decreases in N limitation.
    • There are too much theoretical uncertainties about the predominance of changes in resource limitation under elevated CO2 (Figure 1), whether the relative supply of N or C has increased for terrestrial ecosystems.
    • Elevated CO2 experiments have not definitively quantified consistent patterns of limitation changes (Liang, Qi, Souza, & Luo, 2016).
  • Complementing this uncertainty, the scientific community has not invested in monitoring soil N availability, as it has other resources.
    • Despite networks monitoring wet and dry N deposition, there are few long-term direct measurements of soil N supply (Groffman et al., 2018), not less.
    • This is a commentary on Brookshire et al. 26, 5404–5413 routine quantification of proxies such as plant [N] or δ15N, which can serve as a proxy for N availability (Craine et al., 2015).
    • It is difficult to imagine trying to comprehend the pattern and consequences of global warming without a global network of weather stations or the global rise in elevated CO2 without Mauna Loa Observatory.
  • The lack of N availability monitoring by the authors is tacitly accepted.
    • Within this backdrop of uncertainty, Brookshire, Stoy, Currey & Finney (2020) compile two datasets that plant a flag on changes in N availability for the Northern Great Plains.
    • The authors quantify increases in remotely sensed greenness from 2000 to 2018.
    • The authors further demonstrate that these increases were more prevalent in the hotter and drier regions of Montana, namely the shortgrass regions, while the forested and mountainous regions were more likely to experience declines in greenness.
  • Analyzing the patterns of foliar δ13C, δ15N, and [N], the authors determined that increases in greenness have been associated with increases in plant water use efficiency, a link that is not unexpected.
  • Although plants have experienced greater water, plant N availability appears to have been declining.
  • The authors quantify that both foliar [N] and δ15N have declined by 6% to 18% since approximately the 1930s.
  • These declines occurred despite a double of the N deposition rates.
  • In the Northern Great Plains, the increase in N supply from deposition was not significant compared to the increase in C supply from eCO2.
  • In summary of Brookshire et al.’s study, plants of the Northern Great Plains appear to have been experiencing greater C and water availability, yet lower N availability despite greater N deposition rates.
  • No study can be considered definitive, but these patterns align closely with those observed in the central Great Plains some 1,500 km away in Kansas (McLauchlan, Ferguson, Wilson, Ocheltree, & Craine, 2010).
  • For Kansas grasslands, the efficiency of plant has been steadily increasing, while foliar [N] and δ15N have been declining since approximately the 1930s.
  • When these herbarium studies are paired with reconstructions of N availability from foliar, wood and sedimentary δ15N (McLauchlan et al., 2017), the general pattern in nonagricultural ecosystems in North America is not sustained eutrophication, but oligotrophication.
  • This will have to include monitoring networks of soil N availability/supplies, plant N concentration, and isotopic composition, as well as more reconstructions of N availability.
  • This research will have to be coupled with understanding the ecological consequences of any decline in N availability, which would affect everything from herbivore performance to ecosystem C balance to human food supply.

Studie Wur Waadvogels

Wel heel bijzonder dat half september er een studie van de Wur verscheen over de waadvogels in Europa en waar de meeste van die vogels per ha worden waargenomen.

U zult het niet raden.

Inderdaad de gebieden met een hogere stikstofdepositie kennen ook de meeste vogels per ha.

https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0006320722002233

Je vraagt je dan af of dat hele forse minderen van stikstof wel zo goed overdacht is op al zijn gevolgen.

Brief NewMob aan minister van der Wal

Dit is ook onderdeel van de brief aan minister van der Wal voor  Natuur en Stikstof die Stichting NewMob deze week heeft verstuurd.

Het rekenmodel Aerius en de Kritische Depositie Waarden rammelen enorm en met de grote onnauwkeurigheden van het niet met daadwerkelijke stikstofdepositie metingen gevalideerde rekenmodel Aerius is het niet uit te sluiten dat er toch mogelijke een vergunde activiteit negatieve effecten kan hebben op de natuur.

Het stikstofbeleid en de gebruikte instrumenten geven volgens Stichting NewMob niet de vereiste bescherming van de natuur en het wrange is dat het ook niet de vereiste zekerheden geeft aan ondernemers die een vergunningen voor een activiteit hebben verkregen of aanvragen.

Dit is dan ook de reden dat de Stichting Stikstof Claim de brief mede heeft ondertekend.

 

 

Like this article?